Handel en nijverheid
Hoewel de teutenhandel aan heel wat inwoners een bestaan verschafte, bleef Overpelt tot in de helft van de negentiende eeuw hoofdzakelijk een landbouwgemeente. Hierin kwam verandering met de aanleg van het Kempisch Kanaal (1846), van de spoorlijnen Hasselt-Eindhoven (1866) en Mol-Neerpelt-MˆnchenGladbach (1879). De eigenlijke industrialisatie begon met de vestiging van de metaalfabriek van Schulte en Cie (1888). Deze industrialisatie veroorzaakte een enorme demografische uitbreiding vanaf 1890.
Een nieuwe periode van nijverheidsvestiging begon rond 1960 met de aanleg van een 250 ha groot industrieterrein. Inmiddels is het Nolimpark 400 ha groot. Alle bedrijven samen verschaffen in Overpelt 6500 jobs.
Overpelt werd gaandeweg, naast industriegemeente, ook een belangrijke gemeente in de zogenaamde zachte sector met drie middelbare scholen en drie verzorgingsinstellingen. Op de valreep van 1999 werd definitief het startsein gegeven voor de bouw van het nieuwe regionale Mariaziekenhuis voor Noord-Limburg. Het nieuwe ziekenhuis biedt inmiddels werk aan aan ruim 800 mensen.
