versie 07 01 2011
home briefv55 briefv75 briefn75 overpelt gedicht
pruimen

Gedichten
Limburgsvolkslied
Kleen dochterke
Pruimenboom
Schrijverke
Hetepootjes
Geschenk
Portret
Hobos

1. Lekkere pruimen. - 2. Opa Louis Bogaerts leest verhaaltje voor Marijn en Jeroen Kuppens. - 3. Vogelschrikker met NaÔssa en Noutsjia Bogaerts. - 4. NaÔssa Bogaerts in de pruimenboom.

De Pruimeboom

Jantje zag eens pruimen hangen
o! als eieren zoo groot,
't Scheen, dat Jantje wou gaan plukken,
schoon zijn vader 't hem verbood.
Hier is, zei hij, noch mijn vader,
noch de tuinman die het ziet:
Aan een boom, zoo vol geladen,
mist men vijf zes pruimen niet.
Maar ik wil gehoorzaam wezen,
en niet plukken: ik loop heen.
Zou ik, om een hand vol pruimen,
ongehoorzaam wezen? Neen.

Voort ging jantje; maar zijn vader,
die hem stil beluisterd had, Kwam hem in het loopen tegen
voor aan op het middelpad.
Kom, mijn Jantje, zei de vader,
kom, mijn kleine hartedief!
Nu zal ik u pruimen plukken;
nu heeft vader Jantje lief.
Daarop ging Papa aan 't schudden,
Jantje raapte schielijk op;
Jantje kreeg zijn hoed vol pruimen,
en liep heen op een galop.