Homberg 18 maart 1920
Homberg 11 Juli 1921
0verpelt 1 januari 1941
0verpelt 29 september 1943
Shangai 14 augustus 1948
Ludenscheid 15 april 1952
Ludenscheid 20 april 1952
Ludenscheid 20 Juli 1952
Malmedy 8 augustus 1952
Overpelt 29 augustus 1952
Leopoldsburg 5 oktober 1954
Leopoldsburg 25 december 1954
Stockem 3 maart 1955
Stockem 9 maart 1955

1. 1932 André 1 jaar oud ondersteund door zusje Jet en broertjes Pier en Leo Bogaerts - 2. 1943 Plechtige communiefoto van André Bogaerts - 3. 1947 Zus Jet Bogaerts in kersenbloesem - 4. André op stap met JKAJ in Hasselt

Overpelt, den 29ste september 1943.

Beste André,

Hoe gaat het ermee. Moogt ge flink studeren, ventje. En kan je spelen dat het davert. Ge zijt bedankt voor het kaartje Lowie zijn teen is gansch genezen. Maar nu heeft hij weer wat aan zijn kin en zijn kneën. Jaakske is gegroeid en komt al met zijn kop tot aan de klink van de kelderdeur. Hij past alle dagen of hij de klink niet voorbij groeit.
Het is avond nu ik hier zit te schrijven. Juist heeft het fel geregend en nu bliksemt het overal nog wat. ít Is kermis. Leo en Pier zijn naar het dorp. Er staat nogal wat, rups, koersautoís, vliegmolen, enz. Ik ben er nog niet geweest.

De scholen zijn weer begonnen. Lowie zit bij den ouden meester Bullen in het cafÈ van den smid. Jaak jankt alle morgens als Lowie weg gaat.
Ze hebben de klokken ook gehaald verleden Vrijdag meen ik. De grootste, die kapot was hebben ze toch ook mee. Het klokske waar ís werkendaags mee geluid werd, is hier gebleven.
De menschen hebben ze deze keer laten begaan, want in den voormiddag liepen er soldaten rond met helm en geweer. De camion waarop de klokken lagen hebben ze versierd met groen en bloemen en tot een laatste afscheid hebben jongens nog met den klepel geslagen, dat gaf nog een vies lawijt en toen reden ze af.
Den eersten keer dat ze kwamen is ít echter zo stil niet gegaan en in Neerpelt hingen 7 Belgische vlaggen in den toren en ze sleurden het machientje met de kabels het kanaal in maar dat vertel ik later allemaal want mijn inkt is bijna uit. En er eens in tuffen is veel te vies.

Pater Van Gruderbeeck heeft voor iedere dag nog ín prentje gestuurd.
Dat menneke Jan, is 't niet van 't Lindel? Is in St.-Niklaas ook bij de Broeders, ge hebt vele groeten van hem. 't Portretje van u had hij nergens gezien; zijn zuster zou nog eens zoeken.
Kunt ge nog schrijven naar de Pater van Alken?
En nu moet ik er een eind aan maken. De vliegen zitten me aan mín beenen te bijten, of ze in een week niets meer over hun tong gehad hebben. Het is al laat geworden. Ik stuur u dan veel groeten van ons allemaal, en hoopen dat ge ín flinke student zult worden met veel ijver en een sterke wil.

Daaaaaaag,
Uw zus.

Jet